Binnen eyes on wordt het trio gevraagd om dicht bij elkaar en in de nabijheid van een verscheidenheid aan kleine elektronica op te treden om, zoals ik het zie, een onderling verbonden "machine" te worden. In deze "machine" gaat elke performer op nieuwe en meeslepende manieren met elkaar om. Door het geluid van elektronica te mengen met instrumenten, het gebruik van mimiek, het afspelen van tapes en doelbewuste verduistering, ontstaat de indruk van één samenhangende eenheid in plaats van drie individuele performers. Toch is het belangrijk dat elke performer zijn eigen identiteit behoudt, vaak met de mogelijkheid om te improviseren en beslissingen te nemen over de totale soundscape.
Dit vormt voor mij een omgeving die tegelijkertijd mechanisch is, maar het methodische vermijdt en verwondering oproept. Over het geheel genomen fuseert deze "machine" lo-fi technologie met akoestische instrumenten om nieuwe geluidswerelden te vormen, gecontroleerde onvoorspelbaarheid en een cassettebandje dat, bij de dubbele maat, volledig verwrongen en gloednieuw zal zijn.
Door de aard en kwetsbaarheid van de feedback en lo-elektronica die in dit werk zijn verwerkt, hangt de hele performance af van akoestiek, voorgeschreven nabijheid, ontdekking en verbinding. Met deze aspecten in het spel kan elke actie en elk geluid van het trio worden voorspeld, maar niet verzekerd.
Foto's: Stefan Prins