Engelen en demonen
Ik ben de prostituee en de eerbiedwaardige.
Ik ben de vrouw en de maagd.
Ik ben de moeder en de dochter.
In HERMETIKA IX 'Vox Angeli II' stelt Bernhard Lang de vrouw centraal. Ze ontleent haar gezongen woorden aan de Nag Hammadi-geschriften, een verzameling apocriefe bijbelteksten die in 1945 werd gevonden op een oude begraafplaats in de buurt van het Egyptische dorp Nag Hammadi. Opvallend in dergelijke vroegchristelijke geschriften is de dualiteit tussen het goddelijke en het aardse - een spanningsveld dat Lang al lang intrigeert. Onder de titel 'HERMETIKA' hing hij er een reeks composities aan op, aanvankelijk voor koren (Hermetika I-III) en later voor zangstem met instrumenten (Hermetika IV-IX). Dat de menselijke stem zo'n belangrijke rol speelt in de serie hoeft niet te verbazen. Niet voor niets worden liturgische teksten vaak gezongen. In spiritueel-filosofische overtuigingen wordt de stem vaak gezien als een poort naar de ziel, en zingen versterkt de spirituele en contemplatieve ervaring.
In HERMETIKA IX 'Vox Angeli II' reflecteert Lang in vier delen op religie en (vrouwelijke) seksualiteit. Voor elk deel bevinden we ons in een andere ruimte en setting. Het eerste en tweede deel Osculetur / Nigra sum zetten meteen de toon. Tussen het spel van fluit, viool en cello door zindert de stem met flarden uit het Hooglied, dat wordt beschouwd als de meest sensuele tekst uit de Bijbel. Herinneringen aan de muziek van Renaissance componist Palestrina vermengen zich schaamteloos met samples uit pornofilms. Eeuwenoud resoneert in Langs hedendaagse setting, vaak gekleurd en gemanipuleerd door elektronische technieken zoals sampling (opgenomen audiofragmenten), granulaire synthese (nieuwe geluiden die ontstaan door het versnipperen en herschikken van samples) en loops (meerdere herhalingen van een sample). De muzikale stijl van Lang is een veelheid aan stijlen en genres, met elementen uit onder andere klassieke muziek, jazz en rock. Lang laat ze moeiteloos in en uit elkaar vloeien, contrasteren en samensmelten. De beste manier om de muziek als luisteraar te voelen is door je mee te laten slepen door de tomeloze energie die uit de muziek spat, met als hoogtepunt het derde deel Le Tonnerre.
The mezzo-soprano, here Els Mondelaers, embodies both the angels and demons that drive the text. However exuberant the music becomes, the more poignant is the contrast with the contemplative atmosphere that Lang evokes at the end of this movement with choral samples, a subtle nod to the earlier works in the Hermetika series. In the final movement, The Angel’s Song, the mezzo-soprano sings a meditative duet with the electric guitar as if it were a lute. Once again, two extremes in sound merge: one sweet, the other deliberately distorted. Thus, the tension Bernhard Lang loves so much remains intact until the last note.
Melissa Portaels